Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft op 17 september 2013 uitspraak gedaan op de vraag of betaling door een consument van de vergoeding voor buitengerechtelijke kosten door de verzending en ontvangst van “veertiendagenbrief” van art. 6:96 lid 6 BW en het verstrijken van de in die brief aangeduide termijn volstaat. Met andere woorden. Moeten er nog meer incassohandelingen zijn gedaan dan alleen die 14 dagen brief. Te denken valt aan meerdere (aangetekende) brieven, mailtjes of telefoontjes. Het Hof beantwoordt die vraag als volgt; Voor de verschuldigdheid hiervoor is het niet nodig dat nadere incassohandelingen hebben plaatsgevonden. Dus geen verdere handelingen. Kort gezegd betekent dit dat indien een consument die te laat is met het betalen van een factuur en ook niet tijdig voldoet aan de termijn die in de daarop volgende14 dagen brief staat, verplicht is om in de 14e dagen brief vermelde incassokosten te voldoen, ook al zijn er behalve het versturen van deze ene brief verder geen incassowerkzaamheden gedaan door of namens de crediteur. Dit is ons inzien een heldere uitspraak over de toepassing van de Wet Incassokosten. Er zouden nu geen misverstanden meer zijn over de hoogte van de incassokosten en of deze al dan niet terecht zouden zijn. Helaas blijkt in de praktijk dat meerdere Rechters in Nederland er toch weer een andere interpretatie op nahouden. Natuurlijk is het aan de crediteur zelf te bepalen hoe lang en hoe hij het voortraject voor het uit handen geven van een incasso regelt. Wij vinden zelf deze ene actie van alleen een 14 dagen brief (voorlopig) iets te kort door de bocht is indien men rekening houdt met de relatie die men heeft met de klant en om de eventuele buitengerechtelijke kosten alsnog toegewezen te krijgen van de Rechtbank. Uiteraard is het aan iedere ondernemer om dit zelf te beslissen. Heeft u nog vragen hieromtrent dan staat IBG Incasso & Creditmanagement u met raad en daad terzijde